<- Terug


BassBlog #19 'Waarom liedjes op het gehoor uitzoeken sinds de digitale revolutie soms niet werkt (op de bas)'


Liedjes op het gehoor uitzoeken is soms lastig maar erg leerzaam. Echter er zijn wat extra problemen ontstaan sinds we geluid digitaal hebben gemaakt. Met de komst van de mp3 in 1996 is er namelijk nogal wat versleuteld aan de kwaliteit van geluid. En dat maakt het soms zowat onmogelijk om op het gehoor dingen uit te zoeken. We beginnen met wat handige feitjes.
 
Geluid is complex. Het is een combinatie van trillingen, en de herhalende patronen van die trillingen vormen een klankbeeld. Klankbeelden bestaan echter alleen maar bij de gratie van tijd. Want zonder tijd is er geen beweging, dus geen frequentie en dus geen klank. Een klank kan niet stilstaan. Want de verandering van de beweging (de trilling) in tijd bepaalt geluid. Je kunt geen foto maken van geluid, althans, je kunt het dan niet horen. Ook kun je een klank niet op 'pauze' zetten en er dan eens aandachtig naar luisteren...Maar, je kunt wel een klank herinneren. Dat lukt (wat betreft absolute toonhoogte) helaas alleen bij het korte termijn geheugen. Ik kan nu een toon zingen of spelen en wanneer de klank verdwenen is jou direct vragen de desbetreffende toonhoogte na te zingen. En dat lukt in bijna alle gevallen. Je korte termijn geheugen herinnert zich de toonhoogte en stuurt je stembanden aan om dezelfde toon te reproduceren. De ongeoefende zangers zullen daar wat meer moeite mee hebben en in veel gevallen naar de toon toe zingen. Maar het lukt dus wel. Net zoals dat je de kleur geel kunt onthouden (das een iets ander principe en gelukkig kun je geen geel zingen).
 
Wanneer je oefent kun je de lengte van je korte klankgeheugen trainen. En samen met dat  trainen ga je ook je relatieve klankgeheugen beter ontwikkelen. Is een toon die op een vorige toon volgt hoger of lager? En hoeveel dan? Een hele toon, een halve toon, 2 hele tonen etc. Dat relatieve klankgeheugen train je al op jonge leeftijd. Dit is ook de manier waarop je melodieën kunt onthouden. Je hebt geen idee van de juiste start toon maar de onderlinge afstandjes (de relatieve dus) dat is eigenlijk niet zo moeilijk. Zeker niet bij kinderliedjes. Maar dat relatieve gehoor zit op een andere plaats in je brein dan de absolute toonhoogte. Dat is vaak maar van korte duur dat je een toon "A" precies kunt reproduceren als je hem zojuist gehoord hebt.
 
Dan is er nog een derde geluidsweetje wat je moet weten. Ons brein werkt op basis van verwachtingspatronen en structuurherkenning. Dat maakt het bijvoorbeeld dat je heel erg snel de trap op of af kunt rennen zonder dat je de treden hoeft te zien. Zolang alle treden maar even ver van elkaar af zitten weten je lijf en brein binnen een kort ogenblik hoe hoog en ver je voeten moeten bewegen en kun je al sms lezend een onbekende trap op of af denderen. Verwachtingspatroon en structuurherkenning dus.
 
Dit werkt ook bij geluid zo. En alleen al een enkele muziektoon is een complexe trilling. Je herkent direct het verschil tussen een fluit of een piano die allebei dezelfde A spelen. Dan is de toonhoogte identiek maar de trilling niet. Die heeft een heel andere boventonen (harmonische) structuur. Dat is hoe je de een instrument herkent, je herkent niet de toonhoogte, maar de structuur van het typische geluid.
 
MP3 en trappen lopen...
We gaan weer even terug naar het traplopende brein... De herkenning van structuren werkt twee kanten uit. We hebben maar een klein gedeelte van de frequenties/boventonen structuur nodig om een instrument of geluid te herkennen. De rest vult je brein namelijk (onbewust) in... je hoort dus helemaal niet wat je denkt te horen. Je brein detecteert een bepaald geluid en vult dus het ontbrekende gedeelte in. Zo kun je bij een bas lage frequenties weghalen en toch nog steeds de bodemfrequentie denken te horen..., of je hoort slechts een klein smal gedeelte (frequentie spectrum) van een piano maar herkent nog steeds de piano, of de fluit... dus de ontbrekende informatie vult je hoofd aan... het brein herkent een gedeelte van de klankstructuur en baseert daar wat info op en aan, en tussen wat we echt horen en denken te horen zit dus een wereld van verschil...
 
En toen kwam dus de digitale revolutie om de hoek kijken! Ineens moest alles in ééntjes en nulletjes geschreven worden om die uit de kluiten gewassen Casio calculators aan te sturen. Zo ook met muziekbestanden. Maar een beetje kwaliteit digitaal geluidsbestand was wel zo gruwelijk groot dat het te veel geheugen van je computer vroeg en al helemaal niet via internet te transporteren was... Ik herinner me nog USB-sticks van 128MB, daar paste nog niet eens kwart CD op... dus, de oplossing was de hoeveelheid data verkleinen en voila, de mp3 was geboren.
 
Maar wat doet een mp3? Een mp3 maakt handig gebruik van ons trappenlopende brein. Het feit dat we maar een klein gedeelte van een geluid nodig hebben om het te herkennen maakt dat we dus bewust geluidsdata weg kunnen halen (wegknippen) uit een geluidsspectrum en toch nog steeds het geluid blijven herkennen. Dat doet een mp3. Een mp3-machine filtert door een zeef het orginele geluid en laat alleen de belangrijkste delen door die we nodig hebben voor herkenning. Daarom wordt de data ook zoveel minder. Vergelijk het maar met een digitale foto. Wanneer je daarvan het aantal pixels drastisch vermindert, vergroot je dus de individuele pixel grote. Details vallen weg, en globaal kun je nog wel wat op de foto herkennen. Totdat je pixels zo groot zijn en dat je geen structuren meer kunt herkennen, alleen nog maar gekleurde blokjes, als je dan ook nog het aantal mogelijke kleuren per pixel kleiner maakt blijft er helemaal nog maar een vaag ding over. Van een afstandje herken je het nog wel, maar wil je nauwkeuriger of dichterbij gaan kijken dan kom je al snel tot de conclusie dat de foto maar een hoopje vaag gekleurde blokjes is en dus eigenlijk onbruikbaar.
 
Juist dat doet dus een mp3 ook. En voor buurman Bart die op de achtergrond een muziekje aanzet om ondertussen de afwas te doen, is zo'n mp3 helemaal ok. Top , niets op aan te merken, maar dat geldt niet voor buurvrouw Berta die aan het musiceren is geslagen en een nummer op het gehoor uit wil zoeken. Want in een keer blijkt zo'n mp3 nog verdacht weinig daadwerkelijke toonhoogte details (zeker in het laag) te hebben. En wanneer je dan met een lage kwaliteit mp3 (en bijvoorbeeld youtube heeft daar nogal een handje van, om lage kwaliteit bestanden te streamen) dan blijft er dus weinig te detecteren over. Dan kunnen de lage F, F# of G allemaal... Ze kloppen niet heel erg, maar ze clashen ook niet enorm. Dus je komt er maar lastig achter ofdat de bas nu een F, F# of G speelt.
 
Het advies is dus, zodra je merkt dat je gehoor je in de steek laat bij het analyseren van muziekjes van internet, om een betere kwaliteit file te zoeken. En dan nog wil het niet zeggen dat een heel groot mp3 bestand of cd bestand het altijd goed doet. Wanneer namelijk dat bestand al eens een keer ge-mp3-ed is naar een klein bestand, dan is dat geluid "beschadigd". Dan kun je daarna het bestand wel in een grotere vorm opslaan, maar de beschadiging blijft. Je kunt de kwaliteit niet meer upgraden achteraf. Dus al maak je van een 128mp3 een 320mp3, het geluid blijft klinken als van een 128mp3, en dat kan al behoorlijk lastig zijn voor ons bassisten. Onze tonen clashen namelijk niet meer, omdat er te weinig details meer in het mp3 bestand zitten. Twijfel dan niet aan je oren, maar ga op zoek naar een beter bestand!
 
Over het op het gehoor uitzoeken en het maken van TAB's ga ik in de volgende op door... dus.. tot de volgende!



Lees meer:

<- Terug