<- Terug
BassBlog #17 'Bass-ic Bass-ing'
En daar sta je dan... met de bas rond je nek, 17012 licks'n'riffs in je vingers, ready to go for the action, to put the bassline where no bassline ever went before... Maar het werkt niet.... damn... heb je al die tijd gestoken in coole trucjes, vingerbrekers, en potdomme, die groove... die pakt maar niet... de rest van de band zegt ook al dat het te druk is... dat de bas niet lijmt... en eigenlijk kom je er zelf ook achter... van te-veel wordt het dus niet te-beter...of te-vetter... nee het lijkt wels andersom... hoe minder, hoe meer bass-ic hoe beter... maar hoe bereik je dat dan? Hoe kun je nu bass-ic spelen? En waarom klinkt de ene virtuoze muzikant nog steeds transparant terwijl 'ie ogenschijnlijk dezelfde licks erin pompt als die andere die wels alles dichtsmeert. Daarover een kleine blog: Bass-ic Bass-ing.
Er zijn eigenlijk 2 dingen die je in de gaten moet houden:
1. Who takes the lead?
2. Waar zijn de ankerpunten? Oftewels, wanneer dondert de groove om...
We beginnen met numero uno: Who takes the lead?
Wanneer de song die je speelt een bepaalde typische, belangrijke, riff-of hook- heeft, heeft degene die die riff of hook speelt dus de lead en voorrang in het (geluids)spectrum op jouw partij. Ook al weet je 10.000 variaties en mooie bass-trucjes eronder te leggen, of 90 mooie lyrische improvisatielijnen... het zal voor de andere menigte rond je heen toch overkomen alsof je als een olifant dwars door de vers gekweekte moestuin heen dendert. Alsof je er dus dwars doorheen speelt en ook niets toevoegd aan de song dan enkel modder en rommel.
Hierbij komt ook nog het nadelige eigenschapje die wij allemaal hebben opeens helemaal NIET van pas. En dat eigenschapje heet: "Cocktailparty effect"...
'Cocktailparty effect' betekent eigenlijk niets meer dan dat jij als individu in staat bent om bepaalde geluiden uit een complexe totale kakofonie te filteren. En dat doe je zeer waarschijnlijk erg goed voor de sound van je eigen instrument. Juist, jij als instrumentalist, en zeker degene die op hun oren spelen - de auditieven - hebben een sterk ontwikkeld gehoor voor hun eigen instrument omdat het onze passie (bij ons dus BASSie :) ) is en je, omdat je alles uitzoekt als (laag-)frequentie-junkie, ook nog eens een voorkeursbehandeling in je gehoor hebt gekregen. Je hebt je oren getraind om te focussen - in te loggen - op de bass sound (en andere instrumentalisten doen dat voor hun eigen instrument). Dit fenomeen heet "cocktail party effect" omdat wij als mensen in staat zijn in een drukke menigte (cocktailparty) waarbij iedereen zo rond dezelfde toonhoogtes praat tòch in staat zijn om een conversatie met die ene leuke buurvrouw of buurman te volgen en zodoende dus alle andere geluiden uit de omringende geluidsvervuiling uit te filteren... deze eigenschap helpt ons heel vaak, maar in dit geval, het geval van bass-ic bass-ing, dus niet. Absoluut niet. Want wij filteren dus allerlei partijen uit en horen onszelf dus altijd als lead in plaats van de echte lead.... We horen daardoor het grote verband niet meer. Heb je niet de lead? Dan heb je een dienende functie. Dan moet je als het ware een helicopterview hebben van het totale geluidsbeeld waarin je de relatie probeert te houden en te ontdekken van jouw partij en hoe dat 'ie lijmt met de andere partijen. Muziek en groove is en blijft tenslotte een puzzeltje waarin jouw rol een (belangrijk)stukje is...
Dit nadelige cocktail party effect zie je ook vaak gebeuren in repetitieruimtes. Je wilt nog even die lick oefenen en, omdat de zangeres en de toetsenist een bepaalde harmonische overgang aan het checken zijn en jij dus even niets te doen hebt, probeer je dan op dat moment even die lick even uit. HO! Hartstikke makkelijk zet jij je 'cocktailparty filterke' aan en bam, je hoort enkel jezelf en je hebt geen last van de zangeres en de toetsenist... MAAR ZIJ DUS WEL VAN JOU!!! Onthoud dat jouw filter wel goed voor jou als solo werkt, je wilt toch alleen maar jezelf horen en je filtert dus de rest wat je niet wilt horen eruit. Maar dat werkt dus niet voor die anderen.... Het werkt niet in samenwerkingsverband wanneer iemand moet intoneren op een akkoord van de toetsenist en de gitarist speelt daar dwars doorheen. Zij kunnen jouw geriedel heel moeilijk of helemaal niet uitzetten in hun hoofd. Jij weet al wat je wilt horen en wat je gaat spelen, dus de klank-greep associatie helpt jouw filter enorm. Maar de anderen zijn actief naar een geheel en de interactie aan het luisteren, plots is het dan moeilijk jouw geluidsvervuiling te negeren.
Wels nu, dat werkt dus in bandvorm identiek. Ondanks de meest briljante vondsten en loopjes die je ergens in kunt stoppen wil dat nog niet zeggen dat dat dus ook de riff, -hook of- groove helpt. En juist dat moet op nummer 1 staan als muzikant. Je bent onderdeel van een liedjesmachine, en het eindproduct is een liedje, en niet jouw virtuoze solo...
Jouw partij moet dus dienstbaar zijn aan de song. En daarmee kom ik meteen op punt 2: Waar zijn de ankerpunten? En nu komt puntje bij paaltje, of het puntje op de i of zoiets. Er is een onderscheid te maken, dus zogenaamde 'ankerpunten' en 'versiersels'. En dat verschil is dus ook dàt wat het verschil maakt tussen de olifant die er een appel-moestuin van maakt of de olifant die stoïcijns een heipaal de grond in grooved met zijn achterpoten. Datgene wat verschil maakt tussen de alles-vol-pompert of de virtuoze melodymaker, die prachtig lyrisch de partij van saillante details voorziet...
De meeste partijen, grooves en melodiën bestaan uit ankerpunten plus versiersels. En de kunst is om als speler te ontdekken, te voelen, te weten, te begrijpen, uit te vissen om daarna te kunnen gebruiken, welke de ankerpunten zijn en welke dingen tot de categorie versiersels behoren. Gouden regel: wanneer je een ankerpunt weghaalt valt de groove om. Valt de groove niet om wanneer je een noot weghaalt dan behoort die noot tot de categorie "versiersels" en daarmee is dat gedeelte van de partij dus onderhevig aan het feit ofdat deze noot echt iets geinigs toevoegt OF in de weg zit... het feit dat de noot weggelaten kan worden houdt niet per definitie in dat deze noot ook in de weg zit. Maar de ankerpunt-noten, die moeten altijd en op de juiste manier in je partij zitten wil je een samenhangende partij neerzetten. Coherentie van essentie dus. En plots, op het moment dat je hebt bepaalt wat de ankerpunten en wat de versiersels zijn, heb je in een keer heel veel macht om iets heel open en transparant te spelen zonder dat de groove omdondert. Maar ook heb je dan nog steeds een paar mooie versiersels waarmee je mooi kunt flashen. Mits je natuurlijk niet je cocktailparty filter aan hebt staan. Vaak moet je wachten totdat er in het totaalplaatje van de muziek die extra versiersels de ruimte hebben om te ademen.
Een veel gebruikte techiek is die van het 'riffje' met telkens een ander staartje. Dat houdt in dat je een groove speelt over bijvoorbeeld twee maten en dat enkel de laatste toon daarvan steeds anders gearticuleerd wordt. Ofdat je het restje van je ritmiek, het staartje, dus datgene wat je speelt nà het fundament (wat vaak meer vòòr in de maat of riff zit), tot steeds een ander eindje maakt. Luister bijvoorbeeld eens naar 'Sledgehammer' van Peter Gabriel. Waanzinnige bassline (met een referentie naar "don't stop till you get enough" van Michael Jackson) waar telkens een kleine variatie op het laatste stukje van de riff van 4 maten zit. Staat dus als een huis en de variatie zit op de 'niet-ankerpunten', dus in het zwakkere gedeelte van de maat. In dit geval de laatste maat van de riff van 4 maten.
Het ademt en het is toch een coherente baslijn met een enorm sterk karakter.
Door het repeterende karakter van het begin van de riff is deze riff ijzersterk en zorgt voor heel veel eenheid, coherentie, in de song. Maar het laatste staartje van de riff... heel veel vrijheid voor mooie (kleine) nuances...
Dus: 'who has the lead' en ga op zoek naar ankerpunten van je partij, (wanneer dondert het zaakje om en wanneer niet, als het zaakje omvalt bij een bepaalde noot is dàt dus een belangrijke keynote). Zodoende zorg je dus dat je de song als eindproduct blijft zien en jezelf als onderdeel van het geheel.
Te-veel willen spelen kan ook een gebrek aan sound zijn. Compensatie voor een niet dik of vet genoege sound. Elementaire baslijnen hebben namelijk ook veel met overtuiging en sound te maken. En wanneer één van deze dingen ontbreekt loop je het gevaar dat je dat onbewust wilt gaat compenseren met ingewikkelde licks. Articuleren dus met die tonen en de overtuiging en onderlinge relaie ten opzichte van het geheel op nummer één zetten!
Maar sound maken, dat is weer voer voor een volgende, dus.... tot de volgende!!!
En hier de link van Peter Gabriel’s – Sledgehammer: https://www.youtube.com/watch?v=OJWJE0x7T4Q
Lees meer:
- BassBlog #18 'Een bandje is net een huwelijk... maar dan zonder de 'sex' om het weer goed te maken...'
- BassBlog #16 'Do you also transmit what you feel or only play what you feel?'
- BassBlog #19 'Waarom liedjes op het gehoor uitzoeken sinds de digitale revolutie soms niet werkt (op de bas)'
- BassBlog #15 'Vroeger...toen werd er pas goede muziek gemaakt...'
- BassBlog #20 'Nummers uitzoeken op je gehoor, het maken van een BASSTAB'
- BassBlog #14 "Think like a drummer"
<- Terug